Als startende ondernemer ga je een bedrijf oprichten. De vraag is dan: welke juridische vorm is het meest geschikt voor mijn bedrijf? In Nederland kan een bedrijf namelijk een rechtsvorm zijn mét of zonder rechtspersoonlijkheid. Deze twee verschillen in juridisch en fiscaal opzicht. In dit artikel lichten we de rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid toe.
 

Eenmanszaak en vof

Kies je voor een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, dan is jouw bedrijf dus geen rechtspersoon. Als eigenaar ben je met je hele privévermogen dus aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf. Dit is het grootste verschil met rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid, waarbij het bedrijf wél wordt gezien als rechtspersoon en waarbij je dus niet persoonlijk aansprakelijk bent. Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn: eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), maatschap en commanditaire vennootschap. Omdat de eerste twee het meest voor de hand liggend zijn voor een beginnend freelancer, behandelen we die in dit artikel.
 

Eenmanszaak

De eenvoudigste vorm is het starten van een eenmanszaak. Het enige dat je hoeft te doen bij deze oprichting, is het bedrijf inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Je bent dan oprichter, eigenaar en dus helemaal zelfstandig. Een persoon kan slechts één eenmanszaak oprichten, maar dit bedrijf kan wel meerdere handelsnamen voeren, verschillende activiteiten uitoefenen en nevenvestigingen hebben. De term ‘eenmanszaak’ zegt alleen iets over de rechtsvorm en niet over het aantal personen dat in het bedrijf werkt. Je kunt dus gewoon personeel aannemen.
 

Vennootschap onder firma (vof)

Een vennootschap onder firma, oftewel vof, is een samenwerkingsvorm waarin twee of meer partners onder een gemeenschappelijke naam een bedrijf voeren. Zij zijn ‘vennoten’ of ‘firmanten’. Iedere vennoot brengt iets in het bedrijf: geld, goederen of arbeid. Het geld vormt het ‘afgescheiden vermogen’ en dit mag alleen worden gebruikt voor de uitoefening van de onderneming. Voor het oprichten is inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel verplicht. Ook kan hier de bevoegdheidsverdeling worden ingeschreven. Deze bevoegdheden gelden dan ook tegenover derden. De vof kan vervolgens niet worden gehouden aan een contract dat is gesloten door een onbevoegde vennoot. Deze vennoot is persoonlijk aansprakelijk.
 

Aansprakelijkheid: eenmanszaak

Met een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, ben je als freelancer dus met je volledige privévermogen aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Tussen privé- en bedrijfsvermogen is geen onderscheid en dus kunnen eventuele schuldeisers aanspraak maken op het privébezit. Kortom, gaat je bedrijf failliet, dan ga je zelf ook failliet.
 

Aansprakelijkheid: vof

Net als bij een eenmanszaak, ben je bij een vof met je privévermogen aansprakelijk. Dit geldt voor alle vennoten. Komt de vof bepaalde verplichten niet na, dan ben je zelf aansprakelijk, ook als de verplichting door een andere vennoot is aangegaan. Gaat de vof dus failliet, dan gaan de vennoten ook failliet. Zaakschuldeisers kunnen zich eerst verhalen op het afgescheiden vermogen van de vof. Blijkt dit vermogen onvoldoende voor vereffening, dan kunnen de zaakschuldeisers terecht bij het privévermogen van de vennoten. Verrekening tussen vennoten is mogelijk, maar privéschulden zijn niet te verhalen op het zakelijk vermogen van de vof of op het privévermogen van andere vennoten.
 

Trouwen onder huwelijkse voorwaarden

Als eigenaar van een eenmanszaak of vennoot van een vof, is het dus verstandig om regelingen te treffen als je in het huwelijk treedt. Want ben je in gemeenschap van goederen getrouwd, dan is ook je partner financieel aansprakelijk. Dit is te voorkomen met huwelijkse voorwaarden. Let er dan wel op dat bijvoorbeeld zowel hypotheek als huis op dezelfde persoon wordt afgesloten. Sluit je een 'man/vrouw-firma', een vof tussen twee partners, dan is het voordeel dat beiden als zelfstandig ondernemer worden gezien en dus recht hebben op belastingvoordelen. Nadeel is dat beiden aansprakelijk zijn met hun privévermogen en huwelijkse voorwaarden dus geen effect hebben.
 

Fiscaal verschil tussen handelsvormen

Het verschil tussen handelsvormen met of zonder rechtspersoonlijkheid, is niet alleen juridisch (aansprakelijkheid) maar ook fiscaal. Met een bv betaal je namelijk vennootschapsbelasting, en met een eenmanszaak of vof betaal je inkomstenbelasting. Voor de vennootschapsbelasting geldt een lager tarief, maar met een eenmanszaak of vof heb je als ondernemer recht op belastingvoordelen. Bij relatief weinig winst, ben je fiscaal dus beter af met een eenmanszaak of vof.
 

Belasting: eenmanszaak en vof

Erkent de belastingdienst je als ondernemer, dan moet je de winst uit de onderneming vermelden in de aangifte inkomstenbelasting. Hierover betaal je belasting volgens de tarieven uit box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning). Als ondernemer kun je gebruikmaken van belastingvoordeel zoals ondernemersaftrek, investeringsaftrek en mkb-winstvrijstelling. Dit geldt hetzelfde voor vennoten van een vof. Iedere vennoot is zelfstandig ondernemer en zij betalen dus afzonderlijk inkomstenbelasting over de eigen winst. Bedenk wel dat je voor de zelfstandigenaftrek moet voldoen aan het urencriterium en dus een urenregistratie moet bijhouden.
 

Verzekeringen: eenmanszaak en vof

Als zelfstandig ondernemer kun je net als iedereen in Nederland een beroep doen op de volksverzekeringen: algemene ouderdomswet (AOW), algemene nabestaandenwet (ANW), algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en de algemene kinderbijslagwet (AKW). In tegenstelling tot iedereen die in loondienst werkt, kun je als zelfstandig ondernemer geen beroep doen op de ziektewet, de werkloosheidswet (WW) en de wet inkomen en arbeid (WIA). Het is daarom verstandig om zelf een verzekering af te sluiten tegen de risico's van arbeidsongeschiktheid. Verder ben je als ondernemer, net als iedereen, verplicht om een ziektekostenverzekering af te sluiten en ook betaal je de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw (bijdrage Zvw) aan de Belastingdienst.
 

Ontbinding en vereffening van een vof

Als één van de vennoten uittreedt of overlijdt, dan wordt (volgens de wet) de vof ontbonden. Er moet dan vereffening plaatsvinden. De vennoten moeten de opeisbare zaakschulden betalen. Hierna krijgen ze hun aandeel terug, in natura of in geld dat ze hebben ingebracht. Het restant wordt naar rato van ieders winstaandeel verdeeld en voorschotten worden verrekend. Blijken er voor het afbetalen van de schulden onvoldoende liquide middelen beschikbaar, dan moeten de vennoten bijstorten. Dit gebeurt naar evenredigheid van het aandeel in het verlies van de vof. Het voortbestaan van de vennootschap kan veilig worden gesteld door een vennootschapscontract op te stellen. Hierin kunnen regelingen worden getroffen. Bijvoorbeeld door overeen te komen dat de overblijvende vennoot het bedrijf mag voortzetten als eenmanszaak of met een nieuwe vennoot.
 

Vennootschapscontract

Het is niet verplicht om zo’n vennootschapscontract op te stellen, maar dit is wel aan te raden. Een onderling opgestelde overeenkomst is geldig. Een juridisch adviseur, advocaat of accountant kan hiermee natuurlijk ook helpen. Naast regelingen over het voorbestaan van een vof, bevat zo’n overeenkomst afspraken tussen de vennoten over bijvoorbeeld de naam en het doel van de vennootschap, de inbreng van de vennoten (zoals geld, arbeid, goederen, goodwill of knowhow) en de verdeling van bevoegdheid, winst en verliezen. Spreek bijvoorbeeld af dat alle vennoten moeten tekenen bij het sluiten van een contract met een belang groter dan 10.000 euro. Ook zaken als ziekte, vakantiedagen en toetreding van nieuwe vennoten, komen hierin aan bod. Ten slotte vermeldt het contract vaak een geschillenregeling.

Bedenk als ondernemer goed welke handelsvorm het beste bij je past: een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid of een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid.